Homofobie: doe eens normaal!
“Hoertje… Ga maar naar binnen kutjes likken…” dit is één van de verwensingen die mijn toenmalige vriendin nageroepen kreeg. Dat homohaat anno 2020 nog steeds actueel is, blijkt uit dit voorval en alle recente berichten in het nieuws over geweld tegen homo’s, lesbiennes en transgenders.
Toen ik 20 was had ik dit soort incidenten ook op mijn netvlies. Het was voor mij één van de argumenten om te kiezen voor een hetero leven. Ik wilde niet nageroepen worden op straat, ik wilde niet met geweld te maken krijgen en ik wilde helemaal niet anders zijn dan alle andere mensen. Ik wilde gewoon normaal zijn. Een normaal leven leiden zonder al te veel op te vallen en te veel gedoe. Een normaal leven hield voor mij in een leven met een man, een hetero leven. Deze angst heeft mij 12 jaar in de greep gehouden. Ik probeerde echt om dit “normale” leven te leven, alleen werd ik nooit écht gelukkig. Ik werd op een bepaald moment zelfs heel ongelukkig.
Dit proces, mijn proces, is helaas niet uniek. Er zijn zoveel vrouwen die, uit angst om anders te zijn, kiezen voor een leven wat niet bij hen past. Ze krijgen een man, kinderen, een leuke baan en hebben voor de buitenwereld alles wat hun hartje begeerd. Toch zijn ze niet gelukkig.
Hoe komt het toch dat er zoveel vrouwen/mensen normaal willen zijn i.p.v. dat ze hun gevoel volgen? Gevolgd door de vraag: wat is dan eigenlijk normaal?
Als kind leer je van je ouders, op school en van je omgeving wat normaal is. Deze voorbeelden en ervaringen vormen ons normaalbeeld. Kinderen spiegelen zich aan de ouders en verzorgers. Wanneer ouders bijvoorbeeld veel grove taal gebruiken zie je dit vaak de kinderen ook doen. In onze maatschappij, op scholen én binnen gezinnen, worden vrijwel alle situaties standaard bekeken vanuit het hetero normatieve beeld, ook wel de heterostandaard genoemd. Misschien ook niet zo bijzonder zul je denken, aangezien het grootste deel van de mensen op onze aarde heteroseksueel is.
“Dit zorgt voor onrust, het gevoel er niet bij te horen en het gevoel niet normaal te zijn”
Hier zit dan ook gelijk het grote probleem. Kinderen krijgen op deze manier een smal normaalbeeld aangeleerd. Ze leren dat er maar één normale manier is, namelijk de hetero-manier. Wanneer blijkt dat deze kinderen op latere leeftijd zich niet hetero voelen, kunnen zij zich niet meer meten aan wat ze in hun omgeving zien of aan wat ze geleerd hebben. Dit zorgt voor onrust, het gevoel er niet bij te horen en het gevoel niet normaal te zijn. Sommige kinderen, of inmiddels tieners of volwassenen, zullen zich af gaan zetten. Anderen gaan hun eigen weg zoeken en weer anderen gaan zich aanpassen aan het standaard wat ze altijd geleerd hebben: het hetero leven. Deze laatste groep zijn de vrouwen in de kast. Wat alle groepen gemeen hebben is dat ze zich, vooral tijdens hun coming-out, allemaal anders en soms raar voelen.
Wanneer je kinderen een breder normaalbeeld aanleert, ben ik van mening dat de kans veel kleiner is op deze problemen. Bij een breed normaalbeeld is er niet één normale manier, maar zijn alle manieren goed. Iedereen is anders en iedereen mag anders zijn, ongeacht sekse, geaardheid, achtergrond, opleiding etc. Een breed normaalbeeld kenmerkt zich door oordeelloosheid, nieuwsgierigheid en open houding.
Een breder normaalbeeld creëren is geen hogere wiskunde. Toch gebeurt het nog veel te weinig. We kunnen nog zoveel voorlichting geven en campagnes voeren. Wanneer het normaalbeeld op scholen, binnen gezinnen, op het werk en in de maatschappij nog steeds de heterostandaard is, zal alle inspanning een druppel op de gloeiende plaat zijn.
“Laten we met én voor elkaar het anders zijn normaliseren”
Ik wens dat iedereen zich bewuster wordt van het normaalbeeld dat ze uitdragen, naar hun kinderen, vrienden, familie, collega’s en vooral naar zichzelf. Laten we ons eigen gedrag eens kritisch onder de loep nemen. Oordeel jij gemakkelijk? Ga jij standaard uit van een man/vrouw rollenpatroon? Maak je regelmatig gebruik van de woorden gek of raar? Of zeg je misschien wel (onbewust) lelijke dingen over een ander of over jezelf?
Mijn kinderen hebben al jong geleerd dat er geen standaard rolpatronen zijn. Hun mama plakt net zo goed pleisters als dat ze een speeltoestel in elkaar schroeft. Ze hebben geleerd dat baby’s geboren kunnen worden bij een vader en een moeder, bij een moeder en een moeder, een vader en een vader, bij alleen een vader of moeder en alle verdere variaties die er te bedenken zijn. Mijn kinderen zeggen regelmatig tegen vriendjes dat we in ons huis geen lelijke dingen zeggen over onszelf of over anderen. De woorden gek en raar worden gebruikt voor situaties die niet kunnen bestaan, zoals een sneeuwpop in de zomer of een auto met vierkante banden. Ze leren te beschrijven wat ze zien, zoals: je gooit nu dat glas melk om. In plaats van te oordelen: wat stom dat je dat glas melk omgooit.
Ik leer het ze, omdat ik zelf heb ervaren dat het een ontzettende worsteling is wanneer je niet past in het normaalbeeld van je eigen gedachten. Ik heb ondervonden dat deze gevolgen zo heftig kunnen zijn dat je het leven niet meer ziet zitten. Laten we met én voor elkaar het anders zijn normaliseren. Want als anders zijn de standaard is, dan is iedereen normaal!