‘Ik geloofde dat God niet goed zou vinden’

Interview met Gerrita (31 jaar)

Mijn droom was trouwen met een man, moeder worden en kinderen krijgen. Ik zag mezelf al met thee, koekjes en gepelde mandarijntjes wanneer mijn kinderen ’s middags uit school kwamen.

Dit was mijn levensdroom, geen enkele andere. In een streng Christelijk gezin ben ik opgegroeid. In de veronderstelling dat ik hetero was en vanzelf wel een lieve man zou vinden, was ik tevreden met mijn leven.

De weg met de kerk zou ik later samen met hem gaan uitzoeken. Op mijn 17e werd ik verliefd op mijn beste vriendin.

We gingen steeds vaker knuffelen, kusjes geven, zoenen en uiteindelijk hadden we seks met elkaar. Dit maakte zoveel bij mij los.

Het was zo fijn om mij geliefd te voelen! Ik ging volledig op in de “vriendschap” met haar en vergat mijn andere vriendinnen. Langzaam begon ik te twijfelen aan mijn geaardheid…

Verschrikkelijk vond ik wat we deden. We moesten stoppen met zoenen en seks. Om dit te vertellen vond ik ook erg, maar minder dan het gevoel van hoe zondig het was. Ik geloofde dat God dit niet goed kon vinden. Verliefd worden op een meisje kwam niet in mijn woordenboek voor. Ik was toch ook gewoon hetero, want dat was iedereen in mijn omgeving. Het liefst wilde ik in het hokje passen waarin ik opgegroeid was.

In de puberteit dacht ik dat ik verliefd was op een jongen. Achteraf denk ik dat ik gewoon graag verliefd wilde zijn. Lachen kon ik altijd met jongens en meiden, maar ik was niet op die manier geïnteresseerd in jongens.

“Het liefde wilde ik in het hokje passen waarin ik opgegroeid was”

Een paar jaar later, begin 20 had ik een affaire met een vrouw, of eigenlijk: zij met mij. Zij had naast mij een relatie en ik was single. Nog steeds geloofde ik dat ik niet op haar verliefd mocht zijn. Uiteindelijk verbrak ik het contact met haar… maar zij bleef in mijn gedachten. Mijn gevoel voor haar was zo echt! Dit gevoel had ik nog nooit bij een man gehad.

Op mijn 27ste belandde ik in een depressie. Een lichte depressie, maar voor mij heftig genoeg. Ik stopte met mijn studie verpleegkunde en ging in therapie. Door de sessies met een psycholoog leerde ik meer te voelen. Ik was er nog steeds van overtuigd dat ik niet lesbisch mocht leven. Dit was echt een eeuwige zonde. Na de depressie kon ik niet meer tegen de onregelmatigheid van de nachtdiensten dus veranderde ik van werk. Drie en half jaar later werkte ik een paar maanden in het buitenland. Dit was zo’n fijne tijd waarin ik mezelf mocht zijn! Ik genoot driedubbel van die maanden op Curaçao.

“Ik meldde mij aan voor de ontmoetingsdag van Vrouw uit de Kast”

Op internet kwam ik de ontmoetingsdag van Vrouw uit de Kast tegen. Ik meldde mij aan en was er deze dag bij. Zo lang mogelijk stelde ik mijn verhaal uit die dag. Toen ik eenmaal begon te vertellen, kwam alles er stotterend en struikelend uit. Ik herinner mij hoe vreselijk spannend ik dat vond! Het bracht mij zoveel; het voelde als een warm bad om met andere lesbische vrouwen mijn verhaal te delen.

Hierna heb ik een paar online sessies met haar gehad. Dit heeft heel erg geholpen. Vrouw uit de Kast coacht fijn, luistert goed en vraagt door. Ze liet mij elke keer weer zien dat ik mag zijn wie ik ben, dat ik mag gaan voor wat ik voel, wil en nodig heb.

De sessies hebben geholpen om mezelf te leren accepteren. Ik ben de vierde van zes kinderen. Boven mij waren er genoeg pubers die aandacht vroegen en onder mij een druk broertje en een lief klein zusje. Als stil meisje was ik aan het lezen, knutselen en met poppen spelen. Makkelijk kon ik tussen de drukte door glippen of voor anderen zorgen. Tijdens de coaching heb ik geleerd dat ík juist degene ben die voor mijzelf moet zorgen en zo heb ik langzaam leren luisteren naar wat ik nodig heb.

“Goedemorgen, prachtige lesbienne”

Tijdens mijn proces hielp het om te praten; met vriendinnen, de psycholoog toen ik depressief was, de coaching bij Vrouw uit de Kast en het lotgenotencontact. Jaren later hebben we nog steeds contact met het groepje van de ontmoetingsdag, heel bijzonder. Ondersteunende vriendschappen lieten mij inzien hoe intens de strenge opvoeding is die ik heb gehad. Hierdoor realiseerde ik hoe erg dit mijn denken beïnvloed heeft. Zo had ik bijvoorbeeld een hekel aan het woord ‘lesbienne’. In de coaching werd ik getipt bij een bijeenkomst om een briefje op je spiegel te hangen met ‘Goedemorgen, prachtige lesbienne’. En dat deed ik. Ik ging het woord expres gebruiken en ik ging mezelf zo aanspreken. Op die manier ging ik steeds meer van mezelf houden.

Wat het meest heeft geholpen om mezelf te accepteren, was voorbeelden opzoeken. Zoals het volgen van accounts van lesbische/queer koppels, lesbische films en boeken. Om het te normaliseren en het niet langer meer abstract en afgekeurd te blijven ervaren. Het lijkt heel eng. Misschien pakt het inderdaad afschuwelijk uit (the worst may happen). Uiteindelijk is het zo bevrijdend als je voor jezelf kiest! Als je je eigen gevoel leert voelen en daarop mag vertrouwen, dan kun je je eigen keuze voor je eigen bestwil maken.

Toen ik ging daten had ik met mezelf afgesproken: blijf daten! Je mag niet na één of twee dates terugtrekken, hoe spannend het ook is. Mijn vriendin Lijanne leerde ik via een datingssite kennen. De klik was er meteen! Dit had ik nooit gedacht. Heel bizar. Dit heeft geresulteerd in dat wij nu samenwonen.

Ik heb nog duizend keer getwijfeld aan de oprechtheid van mijn gevoelens

Het moment dat ik voor mezelf koos, was het moment dat het met Lijanne serieus werd. Hoe pijnlijk en angstig het ook zou worden, elke keer weer zou ik mezelf laten zien aan haar.

Ik voelde dat het goed zat met haar. We waren verliefd en ik voelde het gewoon. Naderhand heb ik nog duizend keer getwijfeld aan de oprechtheid van mijn gevoelens, maar steeds weer wist ik dat het goed zat.

Bang om te falen of er buiten te vallen

Heel eerlijk gezegd weet ik nog steeds niet of ik lesbisch ben. Ergens, diep ver weg verstopt, zit nog altijd de hoop dat ik toch biseksueel ben en met een man zal eindigen. Dat ik zonder zaaddonor, adoptie of pleegzorg moeder mag worden. Dat ik weer in het hetero-hokje pas, dat ik weer terug kan trekken zoals ik altijd als kind deed, in plaats van vooruit moet stappen, om vervolgens afwijkende keuzes te maken.

Wat mij enorm belemmerd heeft en soms nog steeds, is mijn angst om te falen en ‘erbuiten te vallen’. Ook was ik doodsbang dat ik niet meer bij mijn familie en vrienden mocht komen. En mijn neefjes en nichtjes niet meer mocht zien.

Maar ik heb het niet in de hand. Langzaam ben ik gaan geloven dat God het allerbeste met mij voorheeft. Dan komt het wel goed. Ik hoef niet te weten hoe de toekomst zal zijn, als ik maar weet dat hij beslist en alles regeert.

“Ik heb geen groot-uit-de-kast-moment gehad”

Ik heb geen groot uit-de-kast-moment gehad. Beetje bij beetje kwam ik uit de kast. Ik vertelde het tegen één persoon of stel tegelijk. Vaak kwam het gesprek op gang of voelde ik dat het een goed moment was om het te vertellen.

Bij de laatste mensen plande ik een gesprek in. Langzaam ging ik de moeilijkste gesprekken af, met als aankondiging van tevoren dat ik iets moest gaan vertellen. Hierdoor haalde ik de eerste drempel alvast weg. Dit hielp heel erg.

De reacties waren best wisselend. Verschillende mensen in mijn familie hebben er moeite mee. Ze willen het liefst dat ik met mijn relatie stop. Mijn oma vond het net zo erg als dat ik verwacht had.

Één familielid wil Lijanne nog niet ontmoeten. Dit vind ik nog steeds erg moeilijk. Omdat ik hetzelfde ben opgevoed kan ik het begrijpen dat dit moeilijk is. Maar mij weigeren als ik met Lijanne langskom, doet veel pijn.

De rest van de familie accepteert het. Sommigen praten met me omdat ze de noodzaak voelen om me te waarschuwen. Of vertellen dat ze het heel lastig vinden. Anderen sluiten mij in hun armen en genieten van hoe mijn leven nu is, ondanks zij niet achter mijn leven staan.

“Het is spannend om trots te zijn op iets waarop ik word afgekeurd door veel mensen die mij liefhebben.”

Gelukkig zijn er ook vrienden die mij vol enthousiasme feliciteerden. Eigenlijk vond ik dat nog moeilijker dan alle negatieve reacties. Ik had mij zo gewapend tegen afkeuring, dat liefde en hartelijkheid mij met de neus op de feiten drukten.

Door dit besef was het extra pijnlijk om te realiseren dat mijn ouders mijn relatie afkeuren, inplaats dat zij blij zijn om mij gelukkig te zien. Het is spannend om trots te zijn op iets, waar ik door veel mensen die mij lief zijn, op wordt afgekeurd.

“Ik vind het soms moeilijk om mijn geduld te bewaren”

Nadat ik voor mijn relatie uitgekomen was, vond ik het moeilijk om mijn familie te zien. Ik trok mij terug en was in het eerste half jaar wel somber. Alles was zo overweldigend geweest. Ik trok al snel in bij Lijanne en dit was ook weer een grote levensgebeurtenis. Als ik terugkijk zijn mijn angsten geen waarheid geworden. Hoe verdrietig en lastig ik het nog soms vind. Ik mag soms Lijanne en haar kinderen meebrengen als ik bij mijn familie langskom. Sommige van mijn zussen accepteren het volledig, anderen vinden het lastiger, maar doen hun best.

Hopelijk kan de laatste persoon de situatie ook gaan accepteren zoals het is. Zodat ik Lijanne mag meebrengen naar de verjaardag van mijn ouders. Dit begint wel steeds pijnlijker te worden. Ik had mijn familie/vrienden die het nog niet accepteren twee jaar de tijd gegeven. Er is nu al een jaar verder en ik merk dat ik het steeds moeilijk vind om mijn geduld te bewaren.

“Aan de ene kant had ik gewild dat ik eerder uit de kast kwam”

Aan de ene kant had ik gewild dat ik eerder uit de kast kwam. Dan had ik jaren eerder al zoveel kunnen genieten. Ik ben een denker en heb tijd nodig om mijn gedachten te kunnen laten gaan over de gebeurtenissen in mijn leven. Over 13 jaar verspreid kwam ik uit de kast bij vrienden en familie. Op mijn 30ste vertelde ik het de laatste persoon die het weten moest.

Mijn leven nu: ik woon samen met mijn vriendin, Lijanne. De helft van de week zijn haar twee kinderen bij ons en mag ik stiefmoeder zijn. De oudste vertelde aan een vriendinnetje dat stiefmoeders geen leuke aanvulling op je gezin zijn, maar bonusmoeder komen bij je wonen en dat is eigenlijk best leuk. Toen zei ze: ‘Eerst dacht ik dat Gerrita een stief was, maar ze is toch een bonus.’

Verder hebben we samen een hondje, werk ik als verpleegkundige in het ziekenhuis, doe ik een deel van het huishouden, spreek ik af met mijn vrienden. We hebben een kerk gevonden waar wij als stel welkom zijn en daar gaan we met veel plezier naartoe.

Je leest een interview uit de serie ‘coming out verhalen’ van Vrouw uit de Kast. Alle vrouwen die geïnterviewd zijn hebben coaching van Vrouw uit de Kast doorlopen en delen het complete verhaal van hun coming-out met jou. Ter inspiratie en motivatie. Dit interview is afgenomen en geschreven door Romy Verroen.